Heien met houten palen is duur. De opties zijn nog niet doorgerekend, maar er zijn zeker opties om de het financieren van het UNDERGROUND FOREST op grote schaal binnen financieel bereik te brengen.

  • Het aanleggen van een ondergronds woud kan gewoon in de polder. Daarna kun je er weer gewoon landbouw op plegen of bos op aanleggen. Maar het woud zorgt voor een dramatische verhoging van de dichtheid van de ondergrond. Door die kwaliteiten optimaal te gebruiken, kun je kosten uitsparen voor fundering van wat er op komt. Deze ‘dual use’ maakt het plaatje van de financiering al een stuk aantrekkelijker.
  • De prijs van beton zal enorm stijgen als de CO2 die vrijkomt bij de productie zwaar belast zal worden. De verwachting is dat heien met hout de goedkoopste optie wordt waar heien nodig en hout mogelijk is.
  • Heipalen staan normaal gesproken alleen daar waar ze nodig zijn. Bij het UF wordt een tapijt van palen aangelegd in veel grotere dichtheid dan voor de bebouwing noodzakelijk is. Dat kost dus meer palen en meer heiwerk. Dat verschil kan worden verkleind door de afschrijvingstermijn van het fundament op 500 jaar te zetten. Het hoeft namelijk nooit verwijderd te worden als het gebruik van de locatie verandert na een paar decennia; het is zo ontworpen dat het universeel geschikt is voor een volgende bouwlocatie. Bovendien kan het heien in een vast patroon gerobotiseerd worden waardoor veel arbeid wordt bespaard.
  • Het UNDERGROUND FOREST scoort hoog op de CDR-schaal. De koolstof wordt definitiever verwijderd uit de cyclus aan het aardoppervlak dan met veel andere toepassingen die voldoen aan de IPPC definitie van Carbon Dioxide Removal. Daardoor telt het voor 100% aan de ETS norm en zal dat ook in de verre toekomst doen als bijvoorbeeld het gebruik van hout als bouwmateriaal niet meer volledig meetelt. Dat maakt de waarde van elke opgeslagen ton CO2 hoger dan die van andere toepassingen.
  • Het ondergrondse woud is een bijzonder concrete en controleerbare techniek. Het bedrijfsleven en particulieren die nu projecten steunen die door anderen als greenwashing worden beschouwd, zouden bereid zijn deel te nemen in de financiering. Dus los van de emissierechten die we al hebben opgenomen in de rekensom, zou je bomen kunnen ‘verkopen’. Je kunt de robot er zelfs een naam in laten graveren. Dat maakt je onsterfelijk.
  • Tenslotte zal de wal het schip keren. Als in 2050 blijkt (en het IPCC kan dat nu al zien aankomen) dat het sluiten van alle fossiele putten onvoldoende oplevert om de opwarming van het klimaat te beperken tot anderhalve graad, is permanente CDR het enige instrument dat we hebben om als thermostaat te dienen. De productie van bomen zal dan de meest effectieve methode blijken met een schier eindeloze toevoer van grondstoffen: hectares die geschikt zijn voor productiebos, fotosynthese van de zon, water en vooral CO2. Als dat laatste schaars wordt, hebben we het lek boven.
  • Een beperking is natuurlijk het aantal beschikbare hectares met slappe grond. In Nederland kunnen we nu een enorme voorsprong nemen met de ontwikkeling van de technologie. De delta van de Rijn, Maas en Schelde is gevormd uit een moeras dat vraagt om versteviging. Maar er zijn meer delta’s. In Bangladesh alleen al is meer moerasdelta beschikbaar dan er ooit aan steenkool en olie is geproduceerd. En dat land schreeuwt om versteviging en verhoging van de bodem. Nu is dat nog een ongekende kostenpost, maar er kan een tijd komen dat we de Bengalen dankbaar mogen zijn dat we onze bomen in hun moeras mogen prikken.

 

Foto geleend van het plan van Ecorys voor Bangla Desh.